Vrijheid en Ethiek

Vrijheid en Ethiek

In het artikel over vrijheid dat we in de vorige nieuwsbrief publiceerden legden we de relatie tussen vrijheid en verantwoordelijkheid. Wie vrij is, is tegelijkertijd verantwoordelijk voor zijn eigen daden en loopt al bijna onmiddellijk tegen de ethische ‘gouden regel’ aan: behandel mensen zoals jij zelf behandeld wilt worden.

In dit artikel diepen we dat ethische spoor nog wat verder uit aan de hand van de ideeën van Mark Passio, een onafhankelijke onderzoeker en anarchist,  over natuurrecht (Natural Law). Er is sinds de klassieke oudheid heel veel gediscussieerd over wat natuurrecht is. Het zou ons allemaal aangeboren zijn en voortvloeien uit onze natuurlijke redelijkheid. Natuurrecht zou te verkiezen zijn boven positief recht (door mensen gemaakte wetten). Deze notie van natuurrecht, hoe weerbarstig in de praktijk ook om mee te werken, heeft aan de wieg gestaan heeft van de Universele Rechten van de Mens. 

Mark Passio heeft als gezegd een werkbare methodiek van natuurrecht gemaakt. Hij koppelt vrijheid expliciet aan moraliteit. En dat is interessant. 

Ten eerste is moraliteit volgens hem objectief of absoluut (je kunt er niet over onderhandelen). ‘Goed’ is datgene wat correct is (gebaseerd op waarheid) en dat is moreel. Dat zijn dus handelingen die in overeenstemming zijn met de natuurwet omdat ze geen schade toebrengen aan andere bewuste wezens. ‘Fout’ is dan datgene wat onjuist is (niet op waarheid gebaseerd) en dat moet dus immoreel worden genoemd. Dat zijn handelingen die in strijd zijn met de natuurwet omdat ze schade toebrengen aan andere bewuste wezens.

De wet van vrijheid

Passio koppelt vervolgens moreel gedrag aan vrijheid. Hij zegt: ‘Wanneer mensen in harmonie met de natuurwetten leven en daarom moreel zijn, worden en blijven ze vrij.

Wanneer mensen in strijd met de natuurwetten leven en daarom immoreel zijn, worden en blijven ze tot slaaf gemaakt.’ Anders gezegd: ‘Naarmate de moraliteit toeneemt, neemt de vrijheid toe. Naarmate de moraliteit afneemt, neemt de vrijheid af.’

De koppeling tussen vrijheid en moraliteit is op het eerste gezicht wellicht opmerkelijk. Toch blijkt het bij nadere beschouwing aan te sluiten op een theorie van William Strauss and Neil Howe (The Strauss–Howe generational theory) over de levensspanne van een samenleving, die eveneens een relatie legt tussen moraliteit. Deze levensspanne wordt gesteld op 80 tot 90 jaar en is onderverdeeld in periodes van 20-22 jaar. Als we kijken naar de laatste 80 jaar van de Westerse geschiedenis ziet het plaatje er als volgt uit.

Levensduur van een samenleving 

  1. Het Hoogtepunt: sterke mannen creëren goede tijden (1950)
    Leiderschap is helder en sterk en gericht op wederopbouw. De moraal en productiviteit van de mensen is hoog. Er is een grote sociale cohesie en veiligheid wordt geboden door sterke instituties.
  2. Het ontwaken: goede tijden creëren zwakke mannen (1970)
    De nieuwe generatie komt in opstand tegen haar instituties en er ontstaat meer individualisme in de samenleving. Een veilige en welvarende economie met een focus op sociale discipline begint gepassioneerde idealisten en activisten te creëren. Dit is de Woodstock Generatie. 
  3. Het uiteenvallen: zwakke mannen creëren slechte tijden (1990)
    Er wordt een generatie volwassen die is opgegroeid met een lagere moraal en focus op individuele rijkdom. Leiders en instellingen zijn zwak en worden zelfs bespot. Het begin van sociale wanorde is overal voelbaar. In de jaren ‘90 werd hebzucht tot een deugd verheven (‘greed is good’). Het maakte niet langer uit hoe je rijk werd, als je maar rijk werd. 
  4. Crisis: slechte tijden creëren sterke mannen (2010)
    Een verveelde, doelloze en verwarde generatie groeit op in een toch al onrustige samenleving. Jaren van gebrek aan moraal, hebzucht en corruptie leiden tot een crisis; financieel, sociaal of geopolitiek.

Terwijl we dus bouwen aan een nieuwe samenleving is het van groot belang om ons bewust te zijn van de gevolgen van ons gedrag. Onze ethiek en ons morele gedrag heeft niet alleen effect op onze persoonlijke vrijheid, maar tevens op de vrijheid van de gehele samenleving.