Tijd is waardeloos (Nadenken over waarde 3)

Tijd is waardeloos (Nadenken over waarde 3)

In dit derde deel van de serie ‘Nadenken over waarde’ gaan we in op de relatie tussen tijd en waarde, of tijd en geld. De uitdrukking “tijd is geld” is zo ingeburgerd, dat we niet doorhebben hoezeer we onszelf te kort doen als we tijd in geld uitdrukken.

De uitdrukking “tijd is geld” is in de 18e eeuw ontstaan en betekende toen: probeer je werk zo snel mogelijk af te krijgen, want dan verdien je meer geld. Meer in het algemeen wordt tegenwoordig tijd uitgedrukt in geld. Net als we tijd lineair afmeten, zijn we gewend dat we per uur een bepaalde hoeveelheid geld krijgen voor werk dat we leveren. Over de negatieve effecten van die gelijkschakeling gaat dit artikel. 

In de eerste plaats maakt het uurloon ons bij uitstek tot “loonslaaf”. Wie niet financieel vrij is, moet werken voor zijn geld en moet zijn levensenergie, uitgedrukt in eenheden van tijd, omzetten in geld ‒ loon. De effecten zijn bijna allemaal negatief. Het doodt onze creativiteit. Als de uren gaan tellen, dan gaan mensen die een vast loon hebben (zoals bijvoorbeeld ambtenaren) hun uren zitten vullen. Ze krijgen immers per uur betaald en in de categorie “bullshit job” maakt het eigenlijk niet meer uit wat je doet: je vult je tijd. Andersom hebben ZZP-ers die met een uurtarief werken vaak de neiging om voor een project dat ze aannemen minder uren te offreren dan ze eigenlijk moeten maken om de klus te klaren uit angst zichzelf uit de markt te prijzen. 

Een ander effect van werken voor een uurloon is dat degene die het werk levert niets krijgt van de meerwaarde die gegenereerd wordt. Stel dat een computerprogrammeur iets slims in elkaar knutselt waardoor het bedrijf waarvoor hij/zij werkt een enorme efficiëntieslag kan maken. De winst daarvan gaat naar het bedrijf, en komt niet terecht bij de programmeur. 

Sinds wanneer is tijd geld?

Wanneer zijn we als mensen begonnen met tijd in geld om te zetten? Wanneer is het uurloon ontstaan? Het verschijnsel arbeidsloon bestaat al heel lang: mensen leveren een bepaalde inspanning en krijgen daar geld voor in ruil. Dat is ook de etymologie van het woord loon: het betekent oorspronkelijk ‘vergoeding’. 

Vanaf de achttiende eeuw, toen de Industriële Revolutie plaatsvond en het wereldbeeld meer en meer gemechaniseerd raakte, werd tijd een lineair concept, in plaats van het cyclische dat het daarvoor was (met seizoenen die komen en gingen). Tijd werd hierdoor net zo kwantificeerbaar als geld, en tijd en geld werden in elkaar uitgedrukt. Tijd kon worden besteed, gespaard en verdiend. 

Tijd is onschatbaar

Op de keper beschouwd gaat er van alles mis als we tijd in geld uitdrukken. Ten eerste is tijd binnen een mensenleven een veel beperktere hulpbron dan geld. Ook al kunnen we onze levensjaren rekken door gezond te leven, een mensenleven is eindig. Geld is dat niet. Er is oneindig veel geld voorhanden (zoals de zaken er nu voorstaan). Waarom zouden we onze kostbare tijd omzetten in geld? Het is een effectieve manier om onze levensenergie te laten weglekken. 

Ten tweede is tijd net zo waardeloos als het onschatbaar is, namelijk het is eigenlijk niet in geld uit te drukken omdat tijd ongrijpbaar is en niet zo lineair als de klok ons doet geloven. Als iemand in de flowtoestand is, kan hij/zij een taak tien keer zo snel en zo goed volbrengen als wanneer hij in een gewone bewustzijnstoestand is. Tijd kan voorbijvliegen of voorbijkruipen. Tijd is geen lineaire eenheid, al lijkt het wel zo te zijn. 

Kortom: door tijd in geld uit te drukken doen we onszelf als mensen op ontelbare wijzen te kort. Wij zijn oneindig veel meer waard dan dat.